Een conflict op de werkvloer begint vaak door een gebrek aan interesse in de ander

Felix Merks reist heel Europa door om, tot bij de European Space Agency aan toe, ruzies en conflicten op de werkvloer op te lossen. De kern van het probleem is bijna altijd hetzelfde: een gebrek aan interesse in de ander. In het Nederlands Dagblad vertelde Felix Merks over conflicten op de (internationale) werkvloer.

Result Mediation, door Felix Merks opgericht in 2004, is inmiddels uitgegroeid tot de grootste mediator-organisatie van Nederland. Jaarlijks lossen ze zo’n 1200 ruzies op, vooral bij grote multinationals. ’Conflicten zijn een groeimarkt’, constateert Merks (48) droogjes. ‘Vroeger bleven mensen 25 jaar bij een bedrijf, totdat ze een gouden horloge kregen. Tegenwoordig zijn mensen flexibeler. Ze verwachten ook zo’n flexibele houding van een werkgever en als werkgevers niet leveren, vinden ze daar wat van, want we zijn eveneens mondiger geworden. Daar krijg je conflicten van.’

Maar jullie worden niet bij ieder meningsverschil gelijk ingehuurd, toch?
‘Nee, pas als het echt escaleert. Vaak heeft dat te maken met het onvermogen van managers om met conflicten om te gaan. Zij doen het liefst alsof er niets aan de hand is en een conflict wordt onder het tapijt geschoven. Dat werkt misschien tijdelijk, maar later ontploft het in je gezicht. Dan wordt er naar een schuldige gezocht, wat ook al niet constructief werkt. Want: de hele sfeer en context binnen een organisatie zorgt voor een conflict, niet één persoon. Toch gebeurt dat vaak. Dat leidt tot onbegrip en voor je het weet, is het een juridisch gevecht.’

Wat ziet u veelal misgaan?
‘Heel basale communicatie. Eigenlijk komt het neer op een gebrek aan interesse in de zienswijze van de ander. Twee weken geleden begeleidde ik een discussie. Een werknemer zei dat iets ‘niet waar’ was, waarop zijn manager – een man met 500 werknemers onder zich – reageerde met: ‘Dus je zegt dat ik een leugenaar ben? Dat ik naar werk kom om te liegen?’ Als dat het niveau is waarop je met iemand van mening verschilt, escaleert het natuurlijk snel. Een betere reactie was geweest: ‘Wat maakt dat je dat zegt?’ Blijkbaar is het moeilijk om bij de inhoud te blijven en naar de ander te blijven luisteren. Die heeft waarschijnlijk een ander perspectief dan jij en daar moet je samen uit zien te komen.’

U komt ook bij werkgevers met veel verschillende nationaliteiten in dienst. Wat gebeurt daar?
‘Hetzelfde en meer. Mensen denken dat ze cultureel bekwaam zijn omdat ze een keer hebben gebackpackt of een keer een buitenlandse stage hebben gelopen en daardoor vrienden uit Amerika of de Filipijnen op hun sociale media hebben. Wereldburgers zijn een mythe. Een vrouw zei eens tegen mij: ‘Ik ben cultureel sensitief en heb onderlinge verschillen in de gaten.’ Toen ik doorvroeg, bleek dat zij verschillen respecteerde, zolang buitenlandse werknemers precies deden wat ze van hen vroeg. Dan is er dus sprake van zelfoverschatting. Zo was er een Zuid-Amerikaanse juriste, werkzaam in Mexico voor een groot, in Nederland gevestigd bedrijf. Als je deze juriste een vraag stelt, krijg je een antwoord van een kwartier, want eerst moet uitgebreid de context worden verteld voordat ze bij haar punt komt. Voor haar is dat relevant, anders zou ze het niet vertellen. Bovendien is dat heel normaal in haar eigen cultuur, maar haar Nederlandse manager werd knettergek van haar en wilde haar ontslaan. Er zou niet met haar te werken zijn. De juriste kreeg steeds slechte beoordelingen van haar manager, terwijl de Mexicaanse klanten louter lovend over haar waren.’

Loopt het binnen Europees verband ook al spaak?
‘Europa kun je grofweg in tweeën opdelen: Nederland en de Scandinavische landen gaan uit van een overlegmodel: er is gelijkheid, weinig hiërarchie en de communicatie is helder. Vanuit België naar het zuiden en naar het oosten wordt de communicatie meer indirect en de hiërarchie belangrijker. Zeker onder druk worden verschillen zichtbaar, dan val je terug op de culturele blauwdruk die je tijdens de eerste zeven jaar van je leven leert. Toen deadline van een project bij een internationale organisatie rap dichterbij kwam, deelde de Italiaanse manager opdrachten uit aan een Noorse doctor in de natuurkunde. De Italiaan ging ervan uit dat zij direct aan de slag zou gaan, hij was immers de baas. Maar zij wilde eerst begrijpen waaróm ze dat moest gaan doen. Dat leverde frustratie en conflict op.’

Hoe kun je die frustratie voor zijn?
‘Een cultureel onderlegde organisatie legt duidelijk uit hoe ze werken: we doen het op deze manier want zo is het effectief. Dat helpt om conflicten te voorkomen of, als dat niet lukt, ze beter bespreekbaar te maken. In de Nederlandse context zijn vergaderingen meestal bedoeld voor het uitwisselen van ideeën of om gezamenlijk een beslissing te nemen. Aan het eind van de vergadering worden de uitkomsten en actiepunten veelal in een overzicht opgesomd en rondgemaild. Een Fransman zou zoiets onbegrijpelijk vinden en zich als een kleuter behandeld voelen. Hij wordt daar opstandig van, want je denkt blijkbaar dat hij zelf niet kan opletten? Maar wanneer je vooraf duidelijk communiceert dat jouw organisatie zo werkt, ben je dat voor. Dat moet je wel echt doen, want dit gaat niet vanzelf.’

U raadt organisaties ‘gelijkwaardige structuren’ aan, met intern een ‘directe en expliciete manier van communiceren’. Toevallig waar wij Nederlanders bekend om staan. Is dat niet chauvinistisch?
‘Nee, want dat is het enige dat werkt in een internationale omgeving. Veel onderzoeken tonen dat aan. Als niet minstens een partij zo communiceert, wordt het niets. Fransen vinden ons bot en wij vinden hen achterbaks, omdat ze niet zeggen waar het op staat. Maar uiteindelijk komen we er, misschien na wat gemopper, onderling wel uit. Maar een Fransman en een Rus samen? Of een Italiaan en een Chinees? Dat zou een warboel van impliciete, indirecte communicatie worden, die niemand meer kan vertalen.’

Christelijke goede doelen werken ook vaak internationaal, maar hebben een belangrijke gemene deler: het geloof. Scheelt dat?
‘Interessante vraag. Als de christelijke normen en waarden van hoe je met elkaar hoort om te gaan duidelijk aanwezig zijn binnen een organisatie, kan dat verschil maken. Tegelijk laat onderzoek dus zien dat mensen onder druk terugvallen op hun culturele blauwdruk en dan denk ik dat ook een christelijke Noor en een christelijke Indiër toch langs elkaar heen gaan praten. Wanneer je mailt met een Indiër staat de daadwerkelijk informatie in de vierde mail, de eerste drie zijn plichtplegingen. Ik heb zelf ook een christelijke achtergrond, maar toch maakt dat mij ongeduldig. Het is dan zinvoller om je bewust te zijn van de culturele verschillen en dat niet te veroordelen. Dan scan ik de eerste drie mails vluchtig en lees de vierde pas goed door.’

Conflictbekwaamheid beste indicator voor innovatie, succes en talentbehoud

AUTEUR Robert Jan Hylkema Algemeen Directeur
Lees meer over de deze Mediator

Onderstaand artikel is gepubliceerd namens Result Mediation in Management Impact.

Conflict. Voor veel mensen is het woord alleen al genoeg om de wenkbrauwen te fronsen, want conflict, dat moeten we niet hebben in organisaties. En dat is onterecht, vindt algemeen directeur Robert Jan Hylkema van Result Mediation. Iedereen weet dat gedoe op de werkvloer impact heeft op het werkplezier en functioneren van medewerkers. Wat organisaties vaak niet weten, is dat het wel goed kunnen omgaan met conflict -conflictbekwaamheid- bepalend is voor hun innovatiekracht, lange termijn succes en behoud van hun talent.

‘Ik vind het fascinerend dat we meestal pas in actie komen als het conflict verschrikkelijk geëscaleerd is’, zegt Hylkema. ‘Meer dan 1.200 keer per jaar worden wij ingezet als mediator. Meestal zitten de mensen dan al thuis en praten ze niet meer met elkaar.’ Er zou veel eerder iets gedaan moeten worden. Dat kan zowel de mensen zelf als de organisatie veel opleveren.

Conflictbekwaamheid zorgt voor minder ziekteverzuim, lagere verzuimkosten, meer innovatie, meer tevredenheid, en minder verloop. De vraag is hoe organisaties hun organisatie conflictbekwaam kunnen maken. ‘Haal het conflict uit de taboesfeer’, adviseert Hylkema, ‘Maak het normaal en ook leuk om iets met conflict te doen. Veel mensen weten bijvoorbeeld niet wat hun eigen conflictstijl is, of hebben daar nooit van gehoord. Je kunt je voorstellen dat het conflict tussen twee mensen die heel erg gericht zijn op relatie anders verloopt dan wanneer er een conflict is tussen één van hen met iemand die een meer assertieve conflictstijl heeft.

Vier pijlers van een conflictbekwame organisatie

In het kantoor van Result Mediation in Weesp legt de algemeen directeur op ruim anderhalve meter afstand rustig uit wat hij bedoelt. Er zijn volgens hem vier pijlers die een conflictbekwame organisatie kenmerken:

  • Training van conflictvaardigheden
  • Conflictondersteuning op individueel en team niveau
  • Processen die erop gericht zijn om ineffectiviteit en conflict veroorzakend gedrag te vermijden
  • Conflictmanagement gericht op methodes en systemen ter bevordering van conflictbekwaamheid

‘Conflictvaardigheden kun je trainen’, zegt hij, ‘Mediator-opleidingen worden heel vaak gedaan door managers die met veel belangen te maken hebben. Want mediation is eigenlijk belangenmanagement. En ook voor teammanagers is het belangrijk om met belangen en conflict om te kunnen gaan.’

Je kunt ervoor zorgen dat mensen weten wat ze met conflict aan moeten. Veel mensen binnen organisaties weten bijvoorbeeld niet waar je hulp kunt halen als er sprake is van een conflict. En mensen die én niet weten waar ze hulp kunnen krijgen bij hun conflict én denken dat conflict altijd slecht is, die mensen gaan elkaar en het conflict vermijden. En als we één ding zeker weten is dat het vermijden van conflict tot escalatie leidt. Zorg er dus voor dat mensen buiten het ontwikkelen van vaardigheden ook weten dat er een coach, een facilitator en een mediator aanwezig is. Dat kan iemand intern zijn, maar ook iemand van buiten de organisatie.

Conflictorganisatie

Op het gebied van processen geeft Hylkema aan de hand van een voorbeeld aan hoe je conflict kan “organiseren” tussen sales en marketing. ‘Als je marketing beoordeelt op zoveel mogelijk leads en sales beoordeelt op zoveel mogelijk conversie op die leads, heb je je conflict feitelijk al georganiseerd door twee verschillende afdelingen verantwoordelijk te stellen voor twee verschillende waardes. Indien de doelen niet gehaald worden, zal sales zeggen dat de leads niet goed zijn en marketing zal zeggen dat sales de leads niet goed opvolgt. Zet je die twee groepen vervolgens bij elkaar om zelf hun processen uit te laten werken, dan maak je al een heel goede stap. Zo kan je ook beter inregelen dat je negatieve conflicten niet hebt.’

Hylkema vervolgt: ‘Er zit natuurlijk ook een bepaalde kracht in conflict, want zonder conflict kun je niet innoveren. Je moet verschillende meningen hebben, en dat mag best wel eens botsen. Maar als je dat met respect voor elkaar doet en in goede banen leidt, is het juist goed voor innovatie. Je kan methodes en processen inrichten zodat mensen getraind worden in conflict zodat het niet escaleert.

Hulp nodig? Robert Jan Hylkema Algemeen Directeur

Negatief conflict is grote kostenpost

Buiten de positieve kracht van conflict is negatief conflict voor organisaties een grote kostenpost. Uit cijfers blijkt dat een organisatie van 250 personeelsleden gemiddeld 35.000 euro per jaar aan directe kosten heeft doordat medewerkers ziek thuiszitten door een conflict. En dan zijn er nog andere kosten, zoals verminderde productiviteit van afdelingen waar conflicten een rol spelen en vervangingskosten voor de collega’s die ziek thuis zitten. Het is dus eigenlijk vreemd dat er niet veel meer aandacht is voor het omgaan met conflicten. Over waarom dat niet gebeurt heeft Hylkema wel ideeën. Hij stipt vier elementen aan:

  1. Mensen zien het vermijden van conflict als conflictbekwaam
  2. Een conflict hebben wordt gezien als “niet professioneel” en als gevolg van “persoonlijkheden”
  3. We weten niet dat conflictbekwaamheid iets is dat je kunt leren
  4. Conflictbekwaamheid is vaak niet urgent in organisaties

‘De uitdaging is om mensen te leren dat het leuk is om wat met conflict te doen’, vertelt Hylkema, ‘Wat zijn mijn drijfveren in een conflict, en wat zijn die van anderen? Dan kun je naar elkaar luisteren, zonder dat het verhardt. Het is niet erg dat er een keer ruzie is, zolang je maar in communicatie blijft met elkaar. Als mensen zich echt inzetten om de belangen van de ander te begrijpen, en dat is heus niet altijd makkelijk, kan je in gesprek blijven. Over belangen is het moeilijk ruzie maken. Je kan wel ruzie hebben over geld of over vakantiedagen. Maar niet over de onderliggende belangen: een kind dat moet studeren of benodigde dagen om voor een ziek familielid te zorgen bijvoorbeeld. Daar maken mensen geen ruzie over. Als je de “ui maar genoeg afpelt”, kom je vanzelf bij de belangen uit. Als je elkaar op dat niveau begrijpt en op dat niveau verbonden bent, dan kun je werken naar mogelijke oplossingen. Daar ligt de kracht van conflictbekwaam zijn.’

Conflict als agendapunt op directieniveau en in jaarverslag

Vaak gaan organisaties zich pas richten op het conflict als het al te laat is, en hoewel je een geëscaleerd conflict nooit helemaal kunt vermijden, kunnen organisaties zich vaak wel beter organiseren. Hylkema: ‘Het ideale scenario is dat organisaties het conflictbekwaam werken net zo omarmen als bijvoorbeeld klantgericht werken. Dus dat het een agendapunt op directieniveau is en in het jaarverslag staat. Hoe gaan we met elkaar om, hoe gaan we om met verschillende (organisatie)culturen, hoe gaan we met conflicten om? Dat kun je op managementniveau inregelen door ervoor te zorgen dat bepaalde groepen getraind worden, dat de hele organisatie op cultuur en conflict getraind wordt. Het begrip dat mensen uit verschillende culturen anders op conflict reageren helpt al bij het beter samenwerken en het in stand houden van de verbinding en connectie.’

Organisaties die succesvol willen blijven besluit Hylkema ‘zullen organisaties zijn die de beste talenten aan zich kunnen binden met een open en verbindende cultuur. En conflictbekwaamheid is daar een belangrijk onderdeel van.’

Conflict tussen leidinggevende en werknemer vaker op de loer door thuiswerken

AUTEUR Robert Jan Hylkema Algemeen Directeur
Lees meer over de deze Mediator

Onderstaand artikel is gepubliceerd namens Result Mediation in De Ondernemer.

Thuiswerken, we zijn er voorlopig zeker nog niet van af. Maar dat thuiswerkgebod van de overheid zet de gezonde ruimte voor conflict tussen werkgevers en werknemers zwaar onder druk, stelt Robert Jan Hylkema, algemeen directeur bij Result Mediation. Hij ziet in zijn praktijk dat managers sinds corona vaker worstelen met de coaching van medewerkers en de begeleiding van organisatieprocessen.

Hoe effectief en efficiënt digitale vergaderingen ook mogen zijn, de organisatiecultuur, de sociale verhoudingen en omgangsvormen veranderen. Niet voor niets wordt het gemis van de koffieautomaatgesprekken geroemd. Sociale interactie is de smeerolie voor een prettige werksfeer en voorkomt dat irritaties (te) hoog oplopen.

Irritatie ettert door na zoom meeting

Hylkema: ,,Voldoende ruimte voor conflict is een belangrijke factor in een gezonde relatie tussen werkgever en werknemer. Wanneer iemand iets dwars zit, is het belangrijk dat er ruimte wordt gecreëerd om dit naar elkaar uit te spreken. Die ruimte wordt helaas ingeperkt door het thuiswerken. Dat stimuleert vermijdingsgedrag en bemoeilijkt non-verbale communicatie. Dat maakt het minder makkelijk om een meningsverschil, een irritatie of een onduidelijkheid te bespreken. Na een zoommeeting wordt de laptop dichtgeklapt maar het geschil ettert door. Daardoor dreigen relaties tussen de werkgever en werknemers te verslechteren in plaats van te verbeteren.”

”Zorg dat je medewerkers weten dat ze ergens terecht kunnen met hun zorgen, irritaties of twijfels”

 


Training: Als HR meer weten komen over mediation?

De eerste contactpersoon voor medewerkers is vaak de vertrouwenspersoon of HR. Zorg dat je potentieel conflict vroegtijdig door hebt door juist deze functies te trainen! Met de gratis training ‘Inleiding tot mediation’ kom je meer te weten over de mogelijkheden.

Meer weten over Mediation? Bekijk de gratis training.

Werknemer houdt meerdere ballen omhoog

Hylkema: ,,Dat is zonde want wat veel werkgevers zich vaak niet realiseren is dat een gezond conflict op den duur kan zorgen voor meer innovatie en out-of-the-box denken’. Daarnaast zorgt het thuiswerken onder aan de streep sowieso ook voor meer stress bij werknemers. Zij houden vaak meerdere ballen tegelijkertijd omhoog: kinderen, partners die ook thuiswerken, het huishouden en andere omgevingsfactoren. En om die strubbelingen te bespreken is er geen ruimte meer op kantoor. Voor managers komt het erop aan om de handschoen op te pakken en extra te sturen op conflictbekwaamheid en ruimte te creëren voor een open gesprek tussen werknemers onderling en met hun werkgever. Dat is essentieel om de productiviteit, motivatie en de algehele werksfeer te bevorderen.”

Zo word je conflictbekwaam:

  • Las een vast uurtje per week in zodat werknemers en werkgever over gedachten, strubbelingen of irritaties kunnen praten.
  • Blijf als werkgever in contact met je werknemers door maandelijks een één-op-één bespreking te houden. Bespreek niet alleen werk gerelateerde onderwerpen, maar vraag ook naar persoonlijke omstandigheden (hoe gaat het thuiswerken, ervaar je stress, zit je ergens mee?).
  • Blijf als manager extra alert. Voel je irritatie of een geschil van mening? Verbreek het zwijgen en las een zoommeeting in of bel afzonderlijk met de persoon in kwestie.
  • Zorg dat je medewerkers weten dat ze ergens terecht kunnen met hun zorgen, irritaties of twijfels. Het gaat dan niet om een vertrouwenspersoon maar om bijvoorbeeld een klankbordgroep of een interne mediator. Het moet een integraal systeem zijn.

Ervaringen met online mediation

Online mediation, kan dat?

Steeds meer gaat online en digitaal. Thuiswerken, internationale teams, reisbeperkingen, allemaal zaken waarvoor digitale hulpmiddelen een oplossing bieden. Twintig jaar geleden zag je jezelf misschien twee keer per jaar op de feestelijke opname gemaakt met een handicam, nu is iedereen gewend aan jezelf dagelijks bewegend op een scherm terugzien en dat met anderen delen. De technische mogelijkheden zoals communiceren via Skype, Teams of Zoom zijn er en de gewoontes ook. Dus waarom dan ook niet in mediation, een online video-mediation of Skype mediation?

Hoe ziet online mediation eruit?

Bij een online video-mediation worden van te voren de contactgegevens (Skype, Hangouts, Teams) of de uitnodigingslink (Zoom) gedeeld. Op het afgesproken moment logt de mediator in en begint het gesprek door de deelnemers te bellen (Skype) of te wachten tot ze ingeklikt hebben (Zoom). De mediator is ook nu verantwoordelijk voor het proces. Hij zal met jullie afspreken hoe er gepraat wordt en hoe ieder zijn beeldscherm organiseert. Omdat een groot deel van communicatie via de lichaamstaal en gezichtsuitdrukking gaat, is het belangrijk om elkaar zo goed mogelijk te zien, zodat de juiste positieve óf negatieve boodschap gehoord wordt.

Aantekeningen

De mediator kan tijdens de mediation in de berichten sectie óf door zijn scherm te delen aantekenen maken en met jullie delen. Op die manier kun je een overzicht krijgen van welke belangen er spelen en welke opties er zijn.

Voordelen van online mediation

Snelheid

Wanneer het moeilijk is voor iedereen om op hetzelfde moment op dezelfde plek te zijn, door reistijd of andere afspraken, kun je met video-mediation voorkomen dat er weer weken verloren gaan door planningsproblemen. Een werkgever in het buitenland, een minder mobiele werknemer, drukke agenda’s, met video-mediation speelt dit allemaal minder een rol. Of zoals in 2020, het coronavirus.

Veiligheid

Het kan voor mensen ongelooflijk spannend en belastend zijn om met “die ander” in een ruimte te zitten. Door video-mediation verminder je die druk iets, als zal het nog steeds spannend zijn. En hier zit ook een risico: wanneer een conflict in stand gehouden wordt door ontwijkgedrag, moet de confrontatie er soms juist zijn. Dit nog meer ontwijken houdt dan het conflict in stand.

Nadelen van online mediation

Techniek

Er zitten een aantal nadelen of risico’s aan een online-mediation. Ten eerst de techniek. Je wifi kan uitvallen, je batterij op zijn, de verbinding traag zijn, je laptop te oud. Het leidt allemaal tot haperingen of zelfs beëindiging van een gesprek, terwijl dat inhoudelijk misschien heel onwenselijk is. In een mediation zitten altijd dalen en pieken. Het is de taak van de mediator om partijen door die dalen en over die pieken te leiden naar een nieuwe toekomst. Als je midden in een dal gestopt wordt, kan dat extra vervelend zijn.

Tegelijkertijd is de technische ontwikkeling enorm. Skype, Google Hangouts, Microsoft Teams, Zoom, GoToMeeting, allemaal software die steeds betrouwbaarder en makkelijker bruikbaar wordt. Dus, zeker als je één of twee hickups voor lief neemt, kan het al.

Non verbale communicatie

Wanneer je met elkaar in een ruimte zit gebeurt er meer dan dat wat er gezegd wordt.  Sterker nog, maar 20% van de boodschap zoals zij die ervaren zit in de woorden. Daarnaast zit 30% in de klank en 50% in de lichaamstaal. Via een beeldscherm verlies je een deel van de klank én de lichaamstaal. Het wordt dus iets moeilijker om elkaar goed te begrijpen.

Ervaring met online mediation

Result Mediation heeft ruime ervaring met video-mediation. Vaak gebruikten wij hier Skype voor, maar ook Zoom en Teams zijn een optie. De mediator houdt de regie over het proces en het gebruik. Hij kan ook digitaal aantekeningen maken en die delen met alle betrokkenen. Meer dan eens leidde dit tot snelle en goede oplossingen.

5 tips van de mediator voor een gezellige kerst

We hebben er zin in en kijken er tegenop. Kerst. Met de familie, met vrienden, op kantoor, waar dan ook. Het eerste uur is gezellig, daarna ontstaat de spanning en het eindigt met schreeuwen of tranen. Je ziet het van een kilometer afstand aankomen, en toch gebeurt het steeds weer.

Hieronder een paar tips van de mediator voor een betere Kerst. Wat we er niet in opnemen is “minder alcohol”. Dat is absoluut waar, maar valt buiten onze expertise. De 5 tips van de mediator:

1. Heb lage verwachtingen: de volgende formule geldt altijd: succes = resultaat – verwachtingen. Dus, hoe lager de verwachtingen, hoe groter het succes!

2. Ga niet redden, dan kom je in de drama driehoek. Als je moeder en je zus ruzie maken (zoals ze dat al decennia doen) ga het dan niet opnemen voor de één of de ander. Dan wordt je onderdeel van het probleem. Ga ze ook niet veroordelen of boos op ze worden, dat heeft hetzelfde resultaat. In plaats daarvan:

3. Als je een ruzie ziet ontstaan, benoem dan de emoties van beiden: “klinkt alsof jullie hier allebei boos van worden” of “ik heb het gevoel dat jullie allebei geïrriteerd zijn”. Ze zullen dit dan hoogstwaarschijnlijk ontkennen, waarop jij kunt zeggen “oh ok, hoe is dit dan wel voor je?”.

4. Bereid één actief luisteren skill voor voor wanneer jij in een ruzie terecht komt. Bij voorbeeld samenvatten. Als je merkt dat je meer aan het schreeuwen dan aan het luisteren bent, haal je een keer diep adem en zeg je “ok, dus als ik het goed begrijp zeg jij ………”. En dan geen MAAR erachteraan, maar gewoon de stilte laten vallen.

5. Leer het nummer van Result Mediation uit je hoofd: 020-2050239. De meeste mensen houden op met ruzie maken als je met een mediator dreigt!

Onze mediators horen bij de 6% meest ervaren mediators!

Onze mediators horen bij de 6% meest ervaren mediators!

De Mediatorsfederatie Nederland liet in 2019 onderzoek doen naar de staat van mediation in Nederland. Graag delen we een aantal zaken die daarin naar voren kwamen.

Ervaring

Slechts 6% van de Nederlandse mediators doet 50 mediations of meer per jaar. Onze mediators doen allen 80 of meer zaken per jaar en horen dus bij de meest ervaren mediators van Nederland. Dat is toch iets om trots op te zijn.

Cijfers

Daarnaast nog een aantal cijfers. 70% van alle mediators is vrouw. 80% van de mediators is 45 jaar of ouder, waarbij mediatende mannen gemiddeld ouder zijn dan mediatende vrouwen. Van de 42.000 MfN mediations per jaar zijn ca. 10.000 arbeidsmediations. Result Mediation doet er daar 1200 van. Tweederde van de mediators werkt als ZZP’er of als enig mediator in een organisatie. Arbeidsmediations duren gemiddeld 8 uur en 6 weken.

De markt

5,8 % van de Nederlanders heeft wel eens bij de mediator gezeten. Dat is meer dan 10 jaar geleden (4,1 %), maar nog steeds niet overweldigend. Als je alleen kijkt naar de afgelopen 2 jaar was dit 3,1 %. 10% van de Nederlanders heeft in de afgelopen twee jaar een arbeidsconflict gehad, 5% van hen (0,5 % van de Nederlanders) heeft dit met mediation opgelost. 50% van de Nederlanders weet goed wat mediation is, 20% heeft er nog nooit van gehoord (in 2009 was dat nog 40%).

Het rapport

Het hele rapport kun je hier lezen:  rapport de nederlandse mediationmarkt panteia 2019

Advies aan de Hoge Raad: werkgever moet slapende dienstverbanden beëindigen

Advies aan de Hoge Raad: werkgever moet slapende dienstverbanden beëindigen

Slapend dienstverband

Werkgevers moeten werknemers na twee jaar ontslaan als duidelijk is dat zij niet meer aan het werk gaan. Werknemers mogen niet met een zogenaamd “slapend dienstverband” in dienst worden gehouden.

Vorige week heeft de advocaat-generaal dit over de toelaatbaarheid van “slapende dienstverbanden” gesteld, in een advies aan de Hoge Raad.

Transitievergoeding

Sinds 2015 zijn werkgevers verplicht om werknemers bij ontslag na twee jaar ziekte een transitievergoeding te betalen. Door een arbeidsongeschikte werknemer in een slapend dienstverband te houden wisten werkgevers deze verplichting te omzeilen. Om hoeveel “slapende dienstverbanden” het gaat is niet duidelijk, geschat wordt op enkele duizenden.

Om werkgevers tegemoet te komen om slapende dienstverbanden te beëindigen is het vanaf april 2020 mogelijk om met terugwerkende kracht de ontslagvergoeding die aan arbeidsongeschikte werknemers wordt betaald, terug te krijgen van het UWV.

Rugklachten

De Hoge Raad onderzoekt de kwestie van slapende dienstverbanden op verzoek van de Limburgse Rechtbank. Daar dient een zaak van een werknemer met rugklachten die na jarenlang lichamelijk werk, langdurig thuis zit. Hij eist ontslag en een transitievergoeding maar zijn werkgever weigert dit. De vraag aan de Hoge Raad was: wie heeft gelijk?

Het advies van de advocaat- generaal luidt dat wanneer een “slapende werknemer” ontslag vraagt, een werkgever dat moet verlenen. Alleen als een werkgever goede redenen heeft om het dienstverband in stand te houden, bijvoorbeeld als er uitzicht is op re-integratie, kan hij ontslag weigeren.

Wakker schudden

Dus zullen er de komende periode zullen meer slapende dienstverbanden wakker geschud worden. De werkgever of de werknemer kan daartoe het initiatief nemen. Het gesprek tussen beide zal na een periode van weinig tot geen contact weer op gang gebracht moeten worden om afspraken te maken over het beëindigen van het dienstverband. Voor beiden kan dat veel vragen oproepen en onduidelijkheid geven over wat je moet verwachten. Mediation bij het beëindigen van een sllapend dienstverband kan een optie zijn.

Graag helpen wij jullie daarbij, bel ons met vragen of laat ons dat gesprek om een neutrale en onpartijdige manier ondersteunen om dit goed en efficiënt op te lossen.

Conflicten in werksituatie

Nieuwe richtlijn Conflicten in de werksfeer NVAB

Nieuwe richtlijn conflicten in de werksituatie NVAB

Op 1 juli publiceerde de NVAB (Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde) hun Richtlijn conflicten in de Werksituatie. Deze richtlijn is tot stand gekomen in reactie op de STECR werkwijzer arbeidsconflicten uit 2014, waar wij al over schreven. De kritiek vanuit de NVAB was dat de STECR werkwijzer te juridisch was ingestoken. Nadat eerder de STECR en de NVAB samen al met een aanbeveling kwamen, ligt er nu een nieuwe werkwijzer vanuit de NVAB.

Algemeen

Dit is een mooie richtlijn. Relatief kort en inderdaad minder juridisch ingestoken dan die van de STECR. Aansluitend op de realiteit zoals wij die als conflictexperts zien. De richtlijn gaat in op een arbeidsconflict bij ziekte en sluit aan bij de verplichtingen die voortvloeien uit de wet verbetering poortwachter. De richtlijn vraagt veel van bedrijfsartsen, op verschillende vlakken. De bedrijfsarts moet van zichzelf weten welke conflictstijl hij hanteert en hij moet de conflictstijlen van anderen herkennen. Hij moet een conflictdiagnose doen en waar mogelijk zelf het conflict met partijen oplossen. Er wordt van hem gevraagd dat hij (zeer) conflictbekwaam is. En tegelijkertijd moet hij zijn eigen neutraliteit en relaties bewaken. Wij vragen ons af of dit niet te veel gevraagd is van de bedrijfsarts, die immers ook al bedrijfsarts is!

Juridische waarde?

Wat is zo’n richtlijn waard? Deze richtlijn is gericht op de bedrijfsarts. Het is een aanbeveling van de beroepsorganisatie en daarmee een professionele standaard. Een bedrijfsarts kan van de richtlijn afwijken, maar er wordt dan wel van hem verwacht dat hij toelicht waarom hij dat doet.

Wat is een arbeidsconflict

De NVAB neemt de definitie van arbeidsconflict zoals die ook in de STECR werkwijzer stond over. Namelijk: “twee individuen, één individu en een groep of twee groepen, binnen de grenzen van een arbeidsorganisatie, hebben een arbeidsconflict als tenminste één van de partijen vindt dat de andere partij haar dwarsboomt of ergert.” Met deze definitie voorkom je dat één van beide partijen kan zeggen “ik heb helemaal geen conflict, dus ik hoef niets te doen.”

3-tallen

De richtlijn werkt met 3-tallen: 3 soorten conflict, 3 fases van een conflict, 3 situaties waarin een bedrijfsarts een rol kan hebben.

3 soorten conflict

De richtlijn spreekt van 3 soorten conflicten. De eerste is tussen werkgever en werknemer of tussen werknemer en werknemer. Dit is een intermenselijk conflict, waar meerder personen bij betrokken kunnen zijn of worden. Het tweede soort conflict is tussen de werknemer en een organisatie. Hierbij zal er sprake zijn van een (vermeende) misstand binnen het bedrijf waar de werknemer last van heeft. Het richt zich echter niet (primair) op één persoon. Het derde soort is een conflict op basis van pesten, seksuele intimidatie, agressie of (verbaal) geweld.

3 fases van conflict

Hier sluit de richtlijn aan bij de Escalatieladder van Glasl, een instrument dat ook veel in mediations wordt gebruikt. In de eerste fase (de win-win fase) zijn partijen nog redelijk constructief met elkaar in gesprek. Wanneer de bedrijfsarts herkent dat dit zo is, kan hij hen zelf begeleiden en stimuleren om tot een oplossing te komen, volgens de richtlijn. In de tweede fase (win-lose) spelen de emoties hoger op. Hier adviseert de bedrijfsarts BMW, gespreksbegeleiding of mediation. In de derde fase (lose-lose), wanneer partijen meer bezig zijn met winnen dan met een goed resultaat, adviseert de bedrijfsarts mediation.

3 situaties

Conflict zonder ziekmelding

In de eerste situatie is er geen sprake van een ziekmelding, maar wel van een conflict. De bedrijfsarts moet dan analyseren in welke fase het conflict zich bevindt (zie hierboven) en welke conflictstijl de partijen hebben: doordrukken, terugtrekken, toegeven, compromis, of samenwerken. Tevens kijkt hij naar andere informatie over conflict en veiligheid binnen het bedrijf, zoals

  • communicatieve vaardigheden, inclusief emotieregulatie, van beide partijen
  • onderlinge relaties op de afdeling of in het team en support van collega’s
  • leiderschapsstijl van de leidinggevende
  • onduidelijkheden in functie en verantwoordelijkheden

Afhankelijk daarvan komt hij met begeleiding of een advies over de aanpak. Hij kan, in overleg met beide partijen, maximaal 2 weken vrijstelling van werk adviseren. Hierdoor kan de rust ontstaan die nodig is om het conflict aan te pakken.

Conflict met ziekmelding

In de tweede situatie is er sprake van een ziekmelding en conflict. De bedrijfsarts zal dan nog steeds een conflictdiagnose doen en advies geven. Daarnaast zal hij echter ook de medische toestand van de werknemer beoordelen. De richtlijn geeft hiervoor wat handvatten en verwijst naar de relevante richtlijnen over bijvoorbeeld overspannenheid, depressie en burn-out. Wanneer een werknemer zich nog in de eerste fase van overspannenheid bevindt (de Crisisfase) zal aanpakken van het conflict nog geen optie zijn. Pas in de tweede fase (de probleem- en oplossingsfase) kan dit wel.

De algemene situatie binnen een bedrijf

De derde situatie is casus ongebonden en gaat over de conflictbekwaamheid van het bedrijf en binnen het bedrijf. De bedrijfsarts kan door middel van meldingen van werknemers, de RIE en onderzoeken signaleren dat een bedrijf een risico op escalerende conflicten loopt. In dat geval kan de bedrijfsarts adviseren om trainingen conflictmanagement te volgen. Wanneer meer dan 20% van de werknemers in een bedrijf aangeeft in het afgelopen jaar een conflict op het werk te hebben gehad, dan is dit reden om in actie te komen.

Zie hier de volledige richtlijn:

Richtlijn_Conflicten_in_de_werksituatie_2019_NVAB

Werknemer kan re-integratie als doel van een mediation eisen!

Werknemer kan re-integratie als doel van de mediation eisen!

In april 2019 bepaalde een rechter dat het niet meewerken aan een mediation geen reden hoeft te zijn voor een loonstop. En ik ben niet blij met die uitspraak!

Wat was er aan de hand?

Anja, zo noemen we haar, werkt sinds april 2017 op een vakantiepark. Ze doet dat voor 30 uur per week. Daarnaast is ze 5 dagen per week 24 uur per dag beschikbaar. In ruil daarvoor krijgt ze 400 euro korting op haar woning op het vakantiepark. Ze heeft een tijdelijk contract dat verlengd wordt tot juni 2019.

In het najaar van 2018 geeft Anja aan dat de 24-uurs diensten te zwaar zijn. Haar werkgever belooft een oplossing te zoeken. Als dit twee weken later nog niet gebeurd is, meldt Anja zich ziek. Op advies van haar huisarts verlaat ze ook haar woning op het vakantiepark.

Advies bedrijfsarts

De bedrijfsarts die ze 6 weken later ziet, adviseert mediation. Er is volgens hem geen medische beperking (Anja is niet ziek), maar wel een conflict. Hierop stelt de werkgever een mediator voor. Anja is het echter niet met de bedrijfsarts eens. Zij voelt zich te ziek om nu een mediation te beginnen. De werkgever beweegt hier in eerste instantie in mee. De advocaat van de werkgever mailt:

” Zoals u weet heeft de bedrijfsarts onze cliënten geadviseerd om met elkaar in gesprek te gaan in het bijzijn van een mediator. Dat lijkt mij, gezien de problematiek die er speelt, ook een goed idee en dat is, zoals u weet, een advies wat partijen niet zo maar naast zich neer kunnen leggen. U gaf aan dat uw cliënte nog niet voldoende hersteld is om aan een mediation deel te nemen. Dat oordeel kan echter alleen een arts vellen en de bedrijfsarts is een andere mening toegedaan dan u.

Desondanks heb ik cliënte bereid gevonden om het voorstel van de bedrijfsarts tot mediation nog even uit te stellen. Uw cliënt kan dan eerst nog een paar weken verder herstellen. In de loop van januari zal er echter wel een mediation gesprek ingepland worden. Cliënte zal het salaris van deze maand dus gewoon betalen. Echter als uw cliënte ook aan een volgend verzoek tot mediation niet zal meewerken (en er nog geen medisch oordeel ligt waaruit blijkt dat zij dat nog niet kan) dan zal [gedaagde] de loondoorbetaling stopzetten. ”

Deskundigenoordeel UWV

Anja vraagt een deskundigenoordeel aan van het UWV. Het UWV vindt begin januari 2019 dat Anja wel ziek is, maar dat ze ook in staat is om aan de mediation deel te nemen. Hierop schrijft de advocaat van de werkgever:

“De werkgever concludeert dat uw cliënte de op haar rustende re-integratieverplichtingen niet nakomt en zal, wanneer niet per omgaande door uw cliënte of door u wordt bevestigd dat uw cliënte met mediation door één van beide namens cliënte aangedragen mediators instemt, met ingang van 1 februari a.s. de loonbetaling aan uw cliënte stop zetten. Tevens zal dan door middel van een deskundigenoordeel aan UWV worden gevraagd of uw cliënte zich voldoende inzet voor haar re-integratie. Indien het UWV in voor uw cliënte gunstige zin mocht oordelen, zal de loonbetaling met terugwerkende kracht worden hervat. ”

Loonstop

Anja wil nog steeds niet deelnemen aan mediation. Hierop stopt de werkgever de loondoorbetaling per 1 februari. In februari stuurt de advocaat van Anja een mail aan werkgever waarin hij vraagt wat het doel van de mediation is. Hij vraagt hiernaar omdat de werkgever heeft laten weten dat het contract niet verlengd wordt na 31 mei 2019. Wanneer de werkgever hier niet op reageert, gaat Anja naar de rechter om haar loon te vorderen.

De rechter

De rechter geeft Anja volledig gelijk. Hij is van mening dat de werkgever in de mediation maar één doel had: de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Anja en haar werkgever hadden al in oktober met elkaar besproken dat de arbeidsovereenkomst na mei niet verlengd zou worden. Hierdoor, vindt de rechter, kan niet gezegd worden dat de mediation een re-intgratie verplichting was. Immers, het doel van de mediation was geen re-integratie. De hele overweging van de rechter is:

” Tijdens de mondelinge behandeling is duidelijk geworden dat beide partijen na het gesprek op 9 oktober 2018 eigenlijk al wel wisten dat de arbeidsovereenkomst na 31 mei 2019 niet zou worden voortgezet. Daar komt bij dat [gedaagde] in een e-mail van 21 december 2018 heeft aangestuurd op een voortijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst en een vervroegde oplevering van de door [eiseres] gehuurde woning op het park. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft [eiseres] dan ook terecht gevraagd naar de inzet en het doel van de mediation. Hierop is, voor zover de voorzieningenrechter uit de stukken heeft kunnen afleiden, geen reactie gekomen.

[gedaagde] heeft zelf aangegeven tijdens de mondelinge behandeling dat ook zij als werkgever verplicht was om mee te werken aan de re-integratie en dat zij om die reden het advies tot mediation niet zomaar naast zich neer kon leggen. Uit niets blijkt echter dat [gedaagde] de re-integratie van [eiseres] ook daadwerkelijk als reële optie heeft beschouwd en dat re-integratie het doel was van de mediation. Uit de mededelingen van [gedaagde] aan (de advocaat van) [eiseres] kan moeilijk anders geconcludeerd worden dan dat de mediation bedoeld was om te komen van tot een voortijdige beëindiging van zowel de arbeids- als de huurovereenkomst. Gelet op deze omstandigheden levert het feit dat [eiseres] niet bereid was om in het kader van mediation het gesprek met [gedaagde] aan te gaan, geen schending op van de op haar rustende re-integratieverplichting en kan dit geen grond zijn voor een loonstop. Dit zou mogelijk anders kunnen zijn geweest als [eiseres] geweigerd had om met [gedaagde] in gesprek te gaan over het verrichten van passende werkzaamheden, maar die situatie doet zich niet voor. “

Het doel van een mediation

Eén van de uitgangspunten in mediation is dat partijen zich verbinden aan een inspanning, niet een resultaat. Als van te voren het resultaat al vast zou staan, kan dit voor een patstelling of gemiste kansen zorgen. Dit neemt niet weg dat een individuele partij (werkgever of werknemer) van te voren al heeft bedacht wat hij of zij wil. Sterker nog, dat is vaak zo en dat is ok. Dit doel kan echter nooit een voorwaarde tot deelneming van de andere partij worden. Zo bepaalde een rechter in het verleden al dat een werknemer niet aan een exit-mediation (een mediation waarbij het doel al vast staat: beëindiging van de arbeidsovereenkomst) hoeft deel te nemen. Enerzijds bevestigt de rechter dat hier. Anderzijds gaat hij veel verder. Hij is van mening dat een werknemer alleen aan een mediation als re-integratieverplichting hoeft deel te nemen wanneer van te voren vast staat dat het doel van de mediation re-integratie is.

Probleem voor werkgevers

Het gebeurt vaker dat het mis gaat gedurende een tijdelijk contract. Het blijkt, om wat voor reden dan ook, niet te werken. Werkgever en werknemer komen daar samen niet uit en de werknemer wordt ziek. In zulke gevallen zijn er geen winnaars. Werkgever niet, werknemer niet, maar ook de partijen eromheen zoals bedrijfsarts en mediator niet. De arbeidsovereenkomst eindigt sowieso en voor beide partijen is er geen reden meer om in de relatie te investeren. Een bedrijfsarts kan niet anders doen dan deze bedrijfsarts heeft gedaan: mediation adviseren. De mediator komt dan met mensen aan tafel die eigenlijk alleen de rit willen uitzitten. Echter, ze moeten wel alles doen aan het herstel van de gezondheid van de werknemer en daarmee aan het herstel van de relatie. Gebeurt dat niet, dan kan het UWV aan het einde van het dienstverband de Ziektewet uitkering (als de werknemer nog ziek is) op de werkgever verhalen. Daarom dat deze werkgever zo vasthoudt aan mediation: niet omdat hij dat wil, maar omdat dat moet. Doet hij het niet en blijft de werknemer ziek, dan kan hij een claim van het UWV krijgen. Het grootste belang van werkgevers in die situaties is dan ook een hersteldmelding. Eerder uit dienst is (vaak) een bonus.

Probleem voor werknemers

Werknemers aan de andere kant willen hun toekomstige ex-werkgever helemaal niet meer zien. Ze hebben daar weinig te winnen: het contract loopt af en de relatie is vaak niet meer te herstellen. Daar is hij meestal ook te kort voor: ze hebben geen lang gezamenlijk verleden waar ze op kunnen terug vallen. De werknemer wil beter worden en met de toekomst bezig zijn. En dat doet hij niet in mediation met deze werkgever. Dus, thuisblijven tot het einde van het dienstverband is ideaal.

Problemen voor mediators

Deze uitspraak van de rechter in zo’n situatie nieuwe ammunitie voor de advocaat van een werknemer op. Hij mag nu van te voren van de werkgever vragen wat diens doel in de mediation is en de werkgever moet dan antwoorden dat dat re-integratie is. Doet de werkgever dat niet, dan kan de advocaat van de werknemer “rekken” door te weigeren deel te nemen aan de mediation. Onduidelijk is wat er dan moet gebeuren. Ook onduidelijk is wat er kan gebeuren wanneer een werkgever in mediation aangeeft het toch over een exit te willen hebben. Kan de werknemer dan weglopen en thuis blijven tot de werkgever re-integratie garandeert? En onder welke voorwaarden?

Het moeilijke gesprek

Deze uitspraak is wellicht in de onderhavige situatie te begrijpen, maar levert een dubieus precedent op. Wanneer een werkgever en een werknemer in een dergelijke situatie terecht komen, moeten zij een moeilijk gesprek met elkaar aangaan. Er zijn dan meestal geen winnaars, maar niets doen is, zowel menselijk als wettelijk, vaak niet mogelijk. Regelgeving (bijvoorbeeld de Stecr werkwijzer voor conflicten, maar ook het de mediationovereeenkomst en het Mediation reglement) is erop gericht om hen dit gesprek aan te laten gaan. En om dit in een open en veilige setting te laten gebeuren. Het is dus niet constructief wanneer de rechter één van de twee de mogelijkheid geeft om de ander al voor het gesprek onder druk te zetten. Dat levert geen oplossingen op, alleen maar meer tandpastadopjesdiscussies voor de rechter.

Rechter: “werken tijdens ziekte en erover liegen, dat mag niet.”

Rechter: “werken tijdens ziekte en erover liegen, dat mag niet.”

In een uitspraak van 13 februari 2019 ontbindt de rechter een arbeidsovereenkomst per direct. De werknemer krijgt geen transitievergoeding en moet de kosten die gemaakt zijn aan een recherchebureau aan de werkgever terugbetalen. Wat is er aan de hand?

Spannend boek

De uitspraak zelf, die je hier kunt zien, leest als een spannend boek. Een werknemer, servicemonteur van koffiezetapparaten, meldt zich in januari 2018 ziek. Volgens de periodieke evaluatie van de bedrijfsarts is hij ziek door niet werkgerelateerde spanningen. Hij is volledig niet belastbaar. In mei neemt werkgever de werktelefoon van werknemer in, omdat de ziekte voortduurt. Vanaf dat moment zegt werknemer alleen nog maar per mail bereikbaar te zijn, omdat hij geen geld heeft voor een privé telefoon. Het oordeel van de bedrijfsarts blijft ongewijzigd: geen belastbaarheid.

Contact

Het onderlinge contact verloopt moeizaam: alleen per mail. Daarnaast is het moeilijk om tot een fysieke afspraak te komen, werknemer kan niet reizen door zijn ziekte, werkgever zit ver weg. Uiteindelijk lukt het wel om één of twee keer samen te komen. Die gesprekken zijn moeizaam en niet productief.

Parallel: recherchebureau

En dit is waar het spannend wordt: ergens in mei wordt de werkgever benaderd door een nieuwe klant met een vraag over een door de werknemer geleverde koffiemachine. Werkgever kan het niet plaatsen en vraagt om verduidelijking. De klant reageert niet en is daarna niet meer bereikbaar. Dit roept echter zo veel vragen op bij werkgever dat deze besluit een recherchebureau in te zetten.

Verkoop via marktplaats en facebook

Het recherchebureau komt erachter dat de werknemer koffiezetapparaten en reparatieservices aanbiedt via Marktplaats en Facebook. Een medewerker van het bureau koopt een apparaat, een andere huurt de werknemer in voor een reparatie. De medewerker presenteert zichzelf online onder een schuilnaam, maar wanneer er eenmaal contact is gebruikt de medewerker zijn eigen naam. Hij heeft ook visitekaartjes met een telefoonnummer waarop hij bereikbaar blijkt. In de contacten met de rechercheurs schept hij op over de hoeveelheid verkopen en werk. Hij blijkt ook een eigen werkplaats te hebben waar zeker 10 apparaten ter verkoop of reparatie staan.

Confrontatie

Nadat de werkgever het eindrapport van het recherchebureau heeft ontvangen, bellen ze de werknemer op het nummer van de visitekaartjes. Werknemer neemt op en zegt dat het het nummer van zijn vriendin is. Verder ontkent hij alles. Een week later zit hij bij de bedrijfsarts, vertelt daar dat de arbeidsrelatie door de beschuldigingen van de werkgever is verstoord en zegt dat hij de werkzaamheden (verkoop en reparatie via marktplaats) deed op advies van zijn behandelaar bij de GGZ.

De rechter

Hierna vraagt de werkgever ontbinding aan bij de rechter en krijgt daar volledig gelijk. In de uitspraak lees je de precieze overwegingen en ook de stellingname van beide partijen.

En mediation?

Mediation is in deze casus niet aan de orde geweest: de bedrijfsarts heeft het nooit geadviseerd omdat de werknemer niet belastbaar genoeg was en er geen conflict leek te zijn. Of het überhaupt iets had toegevoegd is maar zeer de vraag: het gebeurt niet vaak, maar hier lijkt de werknemer echt te kwader trouw te handelen. Veel vaker is dat wel waar partijen elkaar van verdenken, maar blijkt de realiteit minder zwart-wit. In dit geval had een mediation voor de werkgever moeilijk een beter resultaat opgeleverd. Misschien had hij er beter door kunnen begrijpen waarom de werknemer deed wat hij deed, maar het is maar de vraag of dat belangrijk voor hem is. Voor de werknemer had een mediation misschien een beter resultaat kunnen opleveren, maar het is maar de vraag of hij dat bereikt had.

Opmerking: de bedrijfsarts

Deze bedrijfsarts zal zich ook voor de gek gehouden hebben gevoeld. Waar hij een jaar lang oordeelde (mede op basis van advies van diens behandelaar) dat de werknemer niet belastbaar was, bleek de werknemer zijn eigen werkzaamheden wel uit te voeren, maar dan voor eigen rekening. Dat is natuurlijk niet verenigbaar: óf je kunt werken, óf niet.

Availability en vertrouwen

Het grote risico van dit soort verhalen is dat het het vertrouwen van de betrokkenen schaadt. Deze werkgever zal nu wantrouwiger richting zijn zieke werknemers zijn. De bedrijfsarts zal meer op zijn hoede zijn. U en ik lezen dit verhaal en gaan het patroon op andere plekken herkennen. En hoogstwaarschijnlijk gaan we allemaal ten minste één keer, maar waarschijnlijk vaker de fout in. We gaan iemand verdenken van iets dat hij niet heeft gedaan. Dit proces heet in de psychologie “availability”: wij baseren ons oordeel over de wereld om ons heen op de informatie die beschikbaar is. We horen dit verhaal, over een frauderende werknemer, maar horen niet de 100.000 verhalen over niet frauderende zieke werknemers die hier tegenover staan. We horen misschien maar 10 van de goede verhalen en dus denken we dat de kans ongeveer 1 op 10 is dat een werknemer fraudeert.